Pesten op de werkvloer: ongrijpbaar en onzichtbaar
Werkgevers willen er niet aan, maar één op de tien werknemers wordt wel eens gepest. Waarom zien hun leidinggevenden dat niet?
Pesten? Dat komt bij ons niet voor’, hoort Bob van der Meer, psycholoog en gespecialiseerd in pesten, regelmatig bij de bedrijven die hem inhuren om het werkklimaat te verbeteren. Hij houdt dan het liefst meteen een enquête onder het personeel. Er komt altijd wat uit.
Sterker nog: er komt altijd hetzelfde uit. Van der Meer durft het inmiddels zo hard wel te zeggen: tien procent van alle medewerkers in welke organisatie dan ook is het afgelopen jaar gepest. De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, die TNO en CBS jaarlijks uitvoeren, bevestigt het.
Niet iedereen die gepest is, werd structureel gepest. Volgens Seth van den Bossche van TNO vormen de mensen die echt dag in, dag uit, gepest worden iets meer dan één procent van de beroepsbevolking. Dat zijn tachtig- tot negentigduizend mensen per jaar. Gepeste deelnemers aan Intermediairs pestonderzoek rapporteerden veel stress, ruzie thuis, en gevoelens van onzekerheid, machteloosheid en angst. Nuttig dus, om er iets aan te doen. Maar meestal doen bedrijven het verkeerde, zegt Van der Meer. Ze verplaatsen de gepeste, of sturen hem op cursus. Terwijl het pesten gewoon doorgaat als de pesters blijven zitten. Slechts vier procent van respondenten in Intermediairs onderzoek meldde dat de pesters zelf werden overgeplaatst of ontslagen. Waarom is pesten zo ongrijpbaar?
Wanneer kantoorpolitiek pesten wordt
Pesten is een lastig woord voor volwassen mensen. Het is iets van de lagere school. Als ze ‘rooie’ tegen je roepen, dat is pesten. Als je de groepsmail niet krijgt, is dat een foutje. Maar als je structureel de groepsmail niet krijgt, is het pesten, volgens de definitie van de Deense pestonderzoeker Heinz Leymann. Hij onderscheidt vijfenveertig soorten pestgedrag: schreeuwen, voortdurend kritiek geven, iemand met te veel werk opzadelen, iemands mening in twijfel trekken, werk laten uitvoeren dat het zelfvertrouwen beschadigt – allemaal zaken die je makkelijk onder kantoorpolitiek kunt scharen.
Zo worden sommige mensen gepest zonder dat ze het door hebben. Van der Meer dacht dat hij een zakelijk conflict had over zijn salaris. Hij had pas door dat het een pesterij was toen zijn baas het hem openlijk zei. ‘En ik ben nota bene pestdeskundige!’ Ook een lezer van Intermediair schreef aan de redactie dat ze pas na maanden door had dat alle gekke dingen die haar gebeurden niet op zichzelf stonden. De vertrouwenspersoon was uiteindelijk degene die er het etiket ‘pesten’ opplakte. De pester – de leidinggevende zelf – had stomweg een hekel aan haar. ‘Zijn nekharen gingen al overeind staan als hij me zag, nog vóór ik wat zei of vroeg.’ De pester bleef zitten en de gepeste vrouw zei haar droombaan vaarwel.
Zeurpiet of slachtoffer?
Niet de goede oplossing, zegt Van der Meer. Want wie zegt dat zij de enige was die last had van deze meneer? Hij zou de afdeling zelf regels laten opstellen: wat vinden wij geaccepteerd gedrag, wat niet? Iemand die gepest wordt hoeft dan alleen te zeggen: deze regel is overtreden.
Gepeste mensen worden door hun baas makkelijk weggezet als klagers, zegt Bart Flos, auteur van Het Anti-klaagboek: Eerste hulp bij zeuren en zaniken. ‘Het zou wel moeten, maar niet iedere leidinggevende heeft zin om uit te zoeken of de chronische klager bij louter toeval eens gelijk zou kunnen hebben.’ In die categorie valt ook de directe chef van Irene (niet haar echte naam; red.), die bij hem klaagde dat er een zak Chokotoff uit haar bureaula was gestolen. Ondertussen was die zak Chokotoff onderdeel van een voortdurende, twee jaar durende campagne waarbij ook de bureaustoel regelmatig verdween en computerwachtwoorden werden veranderd. De dief bleek later wel degelijk kwaad in de zin te hebben gehad: zij was verliefd op Irene’s kantoorgenoot en vertrouwde haar niet met hem.
In dit geval wilde de werkgever de klacht niet horen omdat hij zich meer zorgen maakte over de reputatie van de organisatie dan over het welzijn van de medewerker. Toen vijf jaar later een collega die op Irene’s baan uit was leugens over haar verspreidde, greep hij zijn kans om deze lastige dame te ontslaan. Irene had volgens hem haar laatste kans verspeeld. Zij zit nu thuis.
De baas pest vrolijk mee
Er is een simpele manier om er achter te komen of iemand gepest wordt, of alleen maar zit te zeuren. Een pester houdt vaak een lijst bij van de pesterijen. Van der Meer: ‘Vraag simpelweg de klager op te schrijven wat er gebeurd is. Voor een echt pestslachtoffer is dat geen probleem.’
In bijna de helft van de pestgevallen deed een direct leidinggevende vrolijk mee, zo blijkt uit ander onderzoek van TNO. Vaak leidt strijd om de macht tot pesterijen. Een leidinggevende die zich bedreigd voelt door een opvallend goed nieuw teamlid ziet zijn macht bedreigd en probeert die persoon weg te pesten. In andere gevallen wordt een derde fijngemalen in een machtsstrijd tussen twee anderen, zoals Irene: ‘Ik kreeg twee leidinggevenden, die een ruzie over mijn hoofd uitvochten. “Je houdt informatie voor mij achter”, riep de ene baas. “Je vertelt te veel door,” zei de tweede. Uiteindelijk mocht ik geen vergaderingen meer bijwonen en ontving ik geen e-mails meer.’
Types die altijd gepest worden
Irene is haar leven lang al pestslachtoffer. Zij is ‘het type’ om gepest te worden. Dat weet ze zelf ook. ‘Ik stel veel vragen. Soms ook vragen die niet gesteld mogen worden. En ik ben niet goed in kantoorpolitiek. Ik doorzie andermans agenda niet. Mijn vrienden zeggen dat ik te intelligent ben. Ik leer heel snel, ik verzin allerlei oplossingen voor problemen. Mensen voelen zich daardoor bedreigd.’
Het is veruit het gemakkelijkst voor een leidinggevende het pesten terzijde te schuiven als de schuld van de gepeste. Voor een deel zit daar iets in: een derde van de mensen die gepest zijn, zo weet Van den Bossche uit buitenlands onderzoek, is ‘het type’ om gepest te worden: passief, afhankelijk, timide, introvert, wantrouwend, rigide, en over presterend, met laag zelfvertrouwen. Zij worden vaak in een volgende baan ook gepest. Waarmee ook gezegd is: voor twee derde van de gepesten geldt dat niet. ‘Uiterlijk, persoonlijkheid, iedereen heeft wel iets waardoor hij anders is dan de rest’, zegt Van den Bossche. ‘En anderzijds: niet iedereen met het ideale pestersprofiel pest. De omstandigheden bepalen uiteindelijk of er gepest wordt. Het is de organisatie die het tolereert.’
Intermediairs pestonderzoek
Intermediair vroeg 530 hoger opgeleiden welk pesterig gedrag ze hadden meegemaakt – en of ze het ook hadden ervaren als pesten.
60 procent is het wel eens overkomen dat achter hun rug collega’s onaardige opmerkingen maakten. 45 procent van hen heeft dat ook ervaren als pesten.
Ook 45 procent van de mensen die belangrijke e-mails niet ontvangen (overkomt 34% van de respondenten) vindt dat hij wordt gepest.
Spullen lenen en expres niet terugbrengen is pesten, vindt bijna 70 procent van respondenten. En zes procent is het wel eens overkomen.
Twintig procent van respondenten doet niets als een collega gepest wordt. Deels omdat ze hopen dat het vanzelf zal overgaan, deels omdat andere mensen er al wat aan doen.
Zeven procent (twaalf mensen) van de respondenten die zelf gepest werden heeft enige tijd ziek thuis gezeten. Zeven procent is van functie veranderd binnen het bedrijf, twaalf procent is naar een ander bedrijf gegaan. Eén persoon is ontslagen nadat hij het pesten ter sprake bracht. Een ander heeft de pester een tik gegeven: ‘Die doet het nooit meer.’
Auteur: Florentine van Lookeren
Bron:
Intermediair
Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u vragen over mediation, neem dan contact op met Sabobo Mediation & Coaching.
Andere berichten van Sabobo Mediation Zoetermeer
Echtscheiding: hoe meerinbreng woning (her)waarderen?

